نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
1304 | 9 | 69 | كالذين من قبلكم كانوا أشد منكم قوة وأكثر أموالا وأولادا فاستمتعوا بخلاقهم فاستمتعتم بخلاقكم كما استمتع الذين من قبلكم بخلاقهم وخضتم كالذي خاضوا أولئك حبطت أعمالهم في الدنيا والآخرة وأولئك هم الخاسرون |
| | | Gij handelt evenals zij, die vóór u bestonden. Zij waren sterker dan gij en hadden meer overvloed van rijkdommen en van kinderen; en zij genoten van hun vermogen in deze wereld, evenals gij, die uw vermogen hier geniet, gelijk zij, die u vooraf gingen, hun vermogen genoten. En gij mengt u in ijdele gesprekken, evenals zij zich daarin mengden. De daden van dezen zijn ijdel, zoowel in deze als in de volgende wereld, en zij zijn het die verloren gaan. |
|
1305 | 9 | 70 | ألم يأتهم نبأ الذين من قبلهم قوم نوح وعاد وثمود وقوم إبراهيم وأصحاب مدين والمؤتفكات أتتهم رسلهم بالبينات فما كان الله ليظلمهم ولكن كانوا أنفسهم يظلمون |
| | | Waart gij niet bekend met de geschiedenis van hen, die vóór hen bestonden? Van het volk van Noach, van Ad en van Themoed, en van het volk van Abraham, en van de bewoners van Madian, en van de steden die verwoest werden? Hunne apostelen kwamen tot hen met duidelijke aanwijzingen, en God was niet geneigd hen onrechtvaardig te behandelen; maar zij handelden onrechtvaardig met hunne eigene zielen. |
|
1306 | 9 | 71 | والمؤمنون والمؤمنات بعضهم أولياء بعض يأمرون بالمعروف وينهون عن المنكر ويقيمون الصلاة ويؤتون الزكاة ويطيعون الله ورسوله أولئك سيرحمهم الله إن الله عزيز حكيم |
| | | En de geloovige mannen en de geloovige vrouwen zijn elkanders vrienden. Zij bevelen wat rechtvaardig is en verbieden wat slecht is, en zij zijn volhardend in het gebed, en reiken de vastgestelde aalmoezen uit, en zij gehoorzamen Gode en zijne gezanten. Voor hen zal God genadig zijn; want hij is machtig en wijs. |
|
1307 | 9 | 72 | وعد الله المؤمنين والمؤمنات جنات تجري من تحتها الأنهار خالدين فيها ومساكن طيبة في جنات عدن ورضوان من الله أكبر ذلك هو الفوز العظيم |
| | | God beloofde den waren geloovigen, zoowel mannen als vrouwen, tuinen door rivieren besproeid, waarin zij eeuwig zullen verblijven; hij beloofde hun heerlijke woningen in de tuinen van eeuwig verblijf; maar Gods goede gezindheid zal hunne uitnemendste belooning zijn. Dat zal een groot heil wezen. |
|
1308 | 9 | 73 | يا أيها النبي جاهد الكفار والمنافقين واغلظ عليهم ومأواهم جهنم وبئس المصير |
| | | O Profeet! onderneem den oorlog tegen de ongeloovigen en de huichelaars, en wees gestreng omtrent hen; want hunne woning zal de hel zijn. Welk een ongelukkig verblijf! |
|
1309 | 9 | 74 | يحلفون بالله ما قالوا ولقد قالوا كلمة الكفر وكفروا بعد إسلامهم وهموا بما لم ينالوا وما نقموا إلا أن أغناهم الله ورسوله من فضله فإن يتوبوا يك خيرا لهم وإن يتولوا يعذبهم الله عذابا أليما في الدنيا والآخرة وما لهم في الأرض من ولي ولا نصير |
| | | Zij zweren bij God, dat zij niet zeiden waarvan zij worden beschuldigd, en toch hebben zij het woord van ongeloovigheid geuit en werden ongeloovigen, nadat zij den Islam hadden omhelsd. En zij vormden een plan, maar konden het niet volvoeren; en zij vormden het niet, dan omdat God en zijn gezant hen door hunne goedheid hebben verrijkt. Indien zij zich bekeeren, zal het beter voor hen zijn; maar indien zij terugtrekken, zal God hen met eene strenge pijniging straffen, zoo wel in deze als in de volgende wereld, en zij zullen noch eenen schuts op aarde noch eenen beschermer hebben. |
|
1310 | 9 | 75 | ومنهم من عاهد الله لئن آتانا من فضله لنصدقن ولنكونن من الصالحين |
| | | Er zijn sommigen van hen die een verbond met God hebben aangegaan, zeggende: Waarlijk, indien hij ons van zijnen overvloed geeft, zullen wij aalmoezen schenken en rechtvaardigen worden. |
|
1311 | 9 | 76 | فلما آتاهم من فضله بخلوا به وتولوا وهم معرضون |
| | | Maar toen hij hun van zijn overvloed had gegeven, werden zij gierig, keerden zich om en wendden zich ver weg. |
|
1312 | 9 | 77 | فأعقبهم نفاقا في قلوبهم إلى يوم يلقونه بما أخلفوا الله ما وعدوه وبما كانوا يكذبون |
| | | Daarom liet God huichelarij in hunne harten opvolgen, tot den dag dat zij voor hem zullen verschijnen, om rekenschap te geven van hunne schending der beloften, die zij Gode hebben gedaan, en omdat zij bedriegelijk hebben gehandeld. |
|
1313 | 9 | 78 | ألم يعلموا أن الله يعلم سرهم ونجواهم وأن الله علام الغيوب |
| | | Weten zij dan niet, dat God kent wat zij verbergen en hunne onderlinge gesprekken, en dat God alle geheimen kent? |
|