نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
1303 | 9 | 68 | وعد الله المنافقين والمنافقات والكفار نار جهنم خالدين فيها هي حسبهم ولعنهم الله ولهم عذاب مقيم |
| | | God heeft de huichelaars, de huichelaarsters en de ongelovigen het vuur van de hel toegezegd om daarin altijd te blijven. Dat is goed genoeg voor hen. God heeft hen vervloekt en voor hen is er een blijvende bestraffing. |
|
1304 | 9 | 69 | كالذين من قبلكم كانوا أشد منكم قوة وأكثر أموالا وأولادا فاستمتعوا بخلاقهم فاستمتعتم بخلاقكم كما استمتع الذين من قبلكم بخلاقهم وخضتم كالذي خاضوا أولئك حبطت أعمالهم في الدنيا والآخرة وأولئك هم الخاسرون |
| | | Zoals het geval was met hen die er voor jullie tijd waren. Zij waren sterker dan jullie, hadden meer bezittingen en kinderen. Zij hebben dus het vruchtgebruik van hun aandeel gehad. Jullie hebben ook het vruchtgebruik van jullie aandeel gehad zoals zij die er voor jullie tijd waren het vruchtgebruik van hun aandeel hebben gehad en jullie hebben gekletst zoals zij gekletst hebben. Hun daden zijn vruchteloos in het tegenwoordige leven en het hiernamaals. Dat zijn de verliezers. |
|
1305 | 9 | 70 | ألم يأتهم نبأ الذين من قبلهم قوم نوح وعاد وثمود وقوم إبراهيم وأصحاب مدين والمؤتفكات أتتهم رسلهم بالبينات فما كان الله ليظلمهم ولكن كانوا أنفسهم يظلمون |
| | | Is tot hen niet de mededeling gekomen over hen die er voor hun tijd waren, het volk van Noeh en de 'Aad en de Thamoed en het volk van Ibrahiem en de bewoners van Madjan en de ondersteboven gekeerde steden, tot wie hun gezanten met de duidelijke bewijzen kwamen. God was niet zo dat Hij hun onrecht aandeed, maar zij deden zichzelf onrecht aan. |
|
1306 | 9 | 71 | والمؤمنون والمؤمنات بعضهم أولياء بعض يأمرون بالمعروف وينهون عن المنكر ويقيمون الصلاة ويؤتون الزكاة ويطيعون الله ورسوله أولئك سيرحمهم الله إن الله عزيز حكيم |
| | | Maar de gelovige mannen en vrouwen zijn elkaars medestanders, zij gebieden het behoorlijke, verbieden het verwerpelijke, verrichten de salaat, geven de zakaat en gehoorzamen God en Zijn gezant. Zij zijn het met wie God erbarmen zal hebben; God is machtig en wijs. |
|
1307 | 9 | 72 | وعد الله المؤمنين والمؤمنات جنات تجري من تحتها الأنهار خالدين فيها ومساكن طيبة في جنات عدن ورضوان من الله أكبر ذلك هو الفوز العظيم |
| | | God heeft de gelovige mannen en vrouwen tuinen toegezegd waar de rivieren onderdoor stromen om daarin altijd te blijven en goede woningen in de tuinen van 'Adn. En Gods welgevallen is nog geweldiger. Dat is de geweldige triomf! |
|
1308 | 9 | 73 | يا أيها النبي جاهد الكفار والمنافقين واغلظ عليهم ومأواهم جهنم وبئس المصير |
| | | O profeet, stel je te weer tegen de ongelovigen en de huichelaars en pak hen stevig aan. Hun verblijfplaats is de hel; dat is pas een slechte bestemming! |
|
1309 | 9 | 74 | يحلفون بالله ما قالوا ولقد قالوا كلمة الكفر وكفروا بعد إسلامهم وهموا بما لم ينالوا وما نقموا إلا أن أغناهم الله ورسوله من فضله فإن يتوبوا يك خيرا لهم وإن يتولوا يعذبهم الله عذابا أليما في الدنيا والآخرة وما لهم في الأرض من ولي ولا نصير |
| | | Zij zweren bij God dat zij het niet gezegd hadden, terwijl zij het woord van ongeloof wel gesproken hadden. Zij zijn ongelovig geworden na de Islaam [de overgave aan God] aangenomen te hebben. Zij hadden iets in de zin wat zij niet bereikt hebben en zij koesteren alleen maar wrok omdat God en Zijn profeet hen door Zijn goedgunstigheid rijk hadden gemaakt. Als zij dan berouw tonen is het beter voor hen, maar als zij zich afkeren dan zal God hen met een pijnlijke bestraffing in het tegenwoordige leven en in het hiernamaals straffen. En zij hebben op de aarde geen beschermer en geen helper. * |
|
1310 | 9 | 75 | ومنهم من عاهد الله لئن آتانا من فضله لنصدقن ولنكونن من الصالحين |
| | | Onder hen zijn er die met God een verbond gesloten hadden: "Als Hij ons van Zijn goedgunstigheid geeft zullen wij aalmoezen geven en behoren tot de rechtschapenen." |
|
1311 | 9 | 76 | فلما آتاهم من فضله بخلوا به وتولوا وهم معرضون |
| | | Maar toen Hij hun van Zijn goedgunstigheid gegeven had waren zij er gierig mee en keerden zich af terwijl zij zich afwendden. |
|
1312 | 9 | 77 | فأعقبهم نفاقا في قلوبهم إلى يوم يلقونه بما أخلفوا الله ما وعدوه وبما كانوا يكذبون |
| | | En Hij liet als gevolg huichelarij in hun harten komen tot aan de dag waarop zij Hem zullen ontmoeten, omdat zij wat zij God toegezegd hadden niet zijn nagekomen en omdat zij logen. |
|