نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
131 | 2 | 124 | وإذ ابتلى إبراهيم ربه بكلمات فأتمهن قال إني جاعلك للناس إماما قال ومن ذريتي قال لا ينال عهدي الظالمين |
| | | En toen Ibrahiem door zijn Heer op de proef gesteld werd met opdrachten die hij uitvoerde, zei Hij: "Ik maak jou tot voorganger voor de mensen." Deze zei: "Sommigen uit mijn nageslacht ook?" Hij zei: "Mijn verbond zal zich niet uitstrekken tot de onrechtplegers." |
|
132 | 2 | 125 | وإذ جعلنا البيت مثابة للناس وأمنا واتخذوا من مقام إبراهيم مصلى وعهدنا إلى إبراهيم وإسماعيل أن طهرا بيتي للطائفين والعاكفين والركع السجود |
| | | En toen Wij het huis maakten tot een plaats van samenkomst voor de mensen en een vrijplaats -- en beschouwt de standplaats van Ibrahiem als een gebedsplaats -- en Wij Ibrahiem en Isma'iel opdroegen: "Reinigt Mijn huis voor hen die de omgang verrichten, die erin vertoeven en buigen en die zich eerbiedig neerbuigen." |
|
133 | 2 | 126 | وإذ قال إبراهيم رب اجعل هذا بلدا آمنا وارزق أهله من الثمرات من آمن منهم بالله واليوم الآخر قال ومن كفر فأمتعه قليلا ثم أضطره إلى عذاب النار وبئس المصير |
| | | En toen Ibrahiem zei: "Mijn Heer, maak dit tot een veilige plaats en voorzie met vruchten in de levensbehoeften van zijn bewoners die geloven in God en de laatste dag", zei Hij: "Wie ongelovig is, hem zal Ik nog kort laten genieten, maar dan zal Ik hem naar de bestraffing van het vuur drijven." Dat is pas een slechte bestemming! |
|
134 | 2 | 127 | وإذ يرفع إبراهيم القواعد من البيت وإسماعيل ربنا تقبل منا إنك أنت السميع العليم |
| | | En toen Ibrahiem de fundamenten van het huis optrok samen met Isma'iel: "Onze Heer, aanvaard het van ons. U bent de horende, de wetende. |
|
135 | 2 | 128 | ربنا واجعلنا مسلمين لك ومن ذريتنا أمة مسلمة لك وأرنا مناسكنا وتب علينا إنك أنت التواب الرحيم |
| | | Onze Heer, en maak dat wij ons beiden aan U overgeven en maak van ons nageslacht een gemeenschap die zich aan U overgeeft en toon ons onze riten en wendt U genadig tot ons. U bent de genadegever, de barmhartige. |
|
136 | 2 | 129 | ربنا وابعث فيهم رسولا منهم يتلو عليهم آياتك ويعلمهم الكتاب والحكمة ويزكيهم إنك أنت العزيز الحكيم |
| | | Onze Heer, en zend tot hen een gezant uit hun midden die hun Uw tekenen voordraagt, hun het boek en de wijsheid onderwijst en hen loutert. U bent de machtige, de wijze." |
|
137 | 2 | 130 | ومن يرغب عن ملة إبراهيم إلا من سفه نفسه ولقد اصطفيناه في الدنيا وإنه في الآخرة لمن الصالحين |
| | | En wie anders wendt zich af van het geloof van Ibrahiem dan wie zichzelf laat verdwazen? Zeker, Wij hebben hem in het tegenwoordige leven uitverkoren en in het hiernamaals behoort hij tot de rechtschapenen. |
|
138 | 2 | 131 | إذ قال له ربه أسلم قال أسلمت لرب العالمين |
| | | Toen zijn Heer tot hem zei: "Geef je over." zei hij: "Ik geef mij over aan de Heer van de wereldbewoners." |
|
139 | 2 | 132 | ووصى بها إبراهيم بنيه ويعقوب يا بني إن الله اصطفى لكم الدين فلا تموتن إلا وأنتم مسلمون |
| | | En dat droeg Ibrahiem aan zijn kinderen op; zo ook Ja'koeb: "O mijn kinderen, God heeft voor jullie de godsdienst gekozen. Jullie mogen dus alleen maar sterven als mensen die zich [aan God] hebben overgegeven." |
|
140 | 2 | 133 | أم كنتم شهداء إذ حضر يعقوب الموت إذ قال لبنيه ما تعبدون من بعدي قالوا نعبد إلهك وإله آبائك إبراهيم وإسماعيل وإسحاق إلها واحدا ونحن له مسلمون |
| | | Of waren jullie getuigen toen Ja'koeb de dood nabij was? Toen hij tot zijn zoons zei: "Wat zullen jullie dienen na mijn heengaan?" zeiden zij: "Wij zullen jouw god en de god van jouw vaderen Ibrahiem, Isma'iel en Ishaak dienen als één god en aan Hem hebben wij ons overgegeven." |
|