نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
1270 | 9 | 35 | يوم يحمى عليها في نار جهنم فتكوى بها جباههم وجنوبهم وظهورهم هذا ما كنزتم لأنفسكم فذوقوا ما كنتم تكنزون |
| | | op de dag dat zij in het vuur van de hel verhit zullen worden; dan zullen hun voorhoofden, hun zijden en hun ruggen verzengd worden. Dit is voor wat jullie voor jezelf opgepot hebben. Proeft dan wat jullie aan het oppotten waren. |
|
1271 | 9 | 36 | إن عدة الشهور عند الله اثنا عشر شهرا في كتاب الله يوم خلق السماوات والأرض منها أربعة حرم ذلك الدين القيم فلا تظلموا فيهن أنفسكم وقاتلوا المشركين كافة كما يقاتلونكم كافة واعلموا أن الله مع المتقين |
| | | Het aantal maanden is bij God twaalf maanden volgens de teboekstelling van God op de dag dat Hij de hemelen en de aarde schiep; daarvan zijn er vier heilig. Dat is de juiste godsdienst. Doet jullie jezelf daarin dus geen onrecht aan, maar bestrijdt de veelgodendienaars allen tezamen zoals zij jullie allen tezamen bestrijden. En weet dat God met de godvrezenden is. |
|
1272 | 9 | 37 | إنما النسيء زيادة في الكفر يضل به الذين كفروا يحلونه عاما ويحرمونه عاما ليواطئوا عدة ما حرم الله فيحلوا ما حرم الله زين لهم سوء أعمالهم والله لا يهدي القوم الكافرين |
| | | Het invoegen van een schrikkelperiode is enkel maar meer ongeloof waarmee zij die ongelovig zijn tot dwaling gebracht worden. Zij staan dat het ene jaar toe en het andere jaar verbieden zij het om overeen te stemmen met het getal dat God heilig verklaard heeft. Zo verklaren zij ongewijd wat God heilig verklaard heeft. De slechtheid van hun daden is voor hen aantrekkelijk gemaakt. God wijst de ongelovige mensen de goede richting niet. |
|
1273 | 9 | 38 | يا أيها الذين آمنوا ما لكم إذا قيل لكم انفروا في سبيل الله اثاقلتم إلى الأرض أرضيتم بالحياة الدنيا من الآخرة فما متاع الحياة الدنيا في الآخرة إلا قليل |
| | | Jullie die geloven! Wat is er met jullie, wanneer tot jullie gezegd wordt: "Rukt uit op Gods weg", dat jullie dan bezwaard ter aarde zijgen. Bevalt het tegenwoordige leven jullie dan meer dan het hiernamaals? Maar het genot van het tegenwoordige leven is in verhouding tot het hiernamaals maar gering. |
|
1274 | 9 | 39 | إلا تنفروا يعذبكم عذابا أليما ويستبدل قوما غيركم ولا تضروه شيئا والله على كل شيء قدير |
| | | Als jullie niet uitrukken zal Hij jullie bestraffen met een pijnlijke bestraffing en andere mensen in jullie plaats zetten; en jullie brengen Hem geen enkele schade toe. God is almachtig. |
|
1275 | 9 | 40 | إلا تنصروه فقد نصره الله إذ أخرجه الذين كفروا ثاني اثنين إذ هما في الغار إذ يقول لصاحبه لا تحزن إن الله معنا فأنزل الله سكينته عليه وأيده بجنود لم تروها وجعل كلمة الذين كفروا السفلى وكلمة الله هي العليا والله عزيز حكيم |
| | | Als jullie hem niet helpen? God heeft hem reeds geholpen toen zij die ongelovig zijn hem samen met een tweede verdreven, toen zij beiden in de grot waren. Toen zei hij tot zijn metgezel: "Wees niet bedroefd, God is met ons." Toen liet God Zijn kalmte op hem neerdalen en sterkte hem met troepen die jullie niet kunnen zien. En Hij gaf het woord van hen die ongelovig zijn de laagste en het woord van God de hoogste plaats. En God is machtig en wijs. |
|
1276 | 9 | 41 | انفروا خفافا وثقالا وجاهدوا بأموالكم وأنفسكم في سبيل الله ذلكم خير لكم إن كنتم تعلمون |
| | | Rukt uit, of het jullie nu licht of zwaar valt en spant jullie met jullie bezittingen en jullie persoon in op Gods weg. Dat is beter voor jullie, als jullie dat maar wisten. |
|
1277 | 9 | 42 | لو كان عرضا قريبا وسفرا قاصدا لاتبعوك ولكن بعدت عليهم الشقة وسيحلفون بالله لو استطعنا لخرجنا معكم يهلكون أنفسهم والله يعلم إنهم لكاذبون |
| | | Als het om een gemakkelijk te behalen stoffelijk gewin en een eenvoudige reis zou gaan, dan zouden zij jou wel volgen, maar de afstand was te ver voor hen. En zij zullen bij God zweren: "Als wij konden zouden wij wel met jou uittrekken" waarbij zij zichzelf te gronde richten. God weet dat zij leugenaars zijn. |
|
1278 | 9 | 43 | عفا الله عنك لم أذنت لهم حتى يتبين لك الذين صدقوا وتعلم الكاذبين |
| | | God vergeve je. Waarom heb jij hun vrijstelling gegeven voordat het jou duidelijk was wie oprecht waren en jij de leugenaars kende? |
|
1279 | 9 | 44 | لا يستأذنك الذين يؤمنون بالله واليوم الآخر أن يجاهدوا بأموالهم وأنفسهم والله عليم بالمتقين |
| | | Zij die in God en de laatste dag geloven vragen jou geen ontheffing om met hun bezittingen en hun persoon ingezet te worden. God kent de godvrezenden. |
|