نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
1250 | 9 | 15 | ويذهب غيظ قلوبهم ويتوب الله على من يشاء والله عليم حكيم |
| | | En Hij zal de woede die in hun harten is verwijderen en God zal zich genadig wenden tot wie Hij wil. God is wetend en wijs. |
|
1251 | 9 | 16 | أم حسبتم أن تتركوا ولما يعلم الله الذين جاهدوا منكم ولم يتخذوا من دون الله ولا رسوله ولا المؤمنين وليجة والله خبير بما تعملون |
| | | Of rekenden jullie erop met rust gelaten te worden en dat God nog niet zou weten wie zich uit jullie midden inspannen en zich buiten God, Zijn gezant en de gelovigen geen vertrouwelingen nemen? God is welingelicht over wat jullie doen. |
|
1252 | 9 | 17 | ما كان للمشركين أن يعمروا مساجد الله شاهدين على أنفسهم بالكفر أولئك حبطت أعمالهم وفي النار هم خالدون |
| | | Het komt de veelgodendienaars niet toe dienst te doen in Gods moskeeën terwijl zij over zichzelf van ongeloof getuigen; zij zijn het van wie de daden vruchteloos zijn en die altijd in het vuur zullen blijven. |
|
1253 | 9 | 18 | إنما يعمر مساجد الله من آمن بالله واليوم الآخر وأقام الصلاة وآتى الزكاة ولم يخش إلا الله فعسى أولئك أن يكونوا من المهتدين |
| | | Dienst doen in Gods moskeeën mogen slechts zij die in God en de laatste dag geloven en die de salaat verrichten en de zakaat geven en die alleen God vrezen; misschien zijn zij het die het goede pad volgen. * |
|
1254 | 9 | 19 | أجعلتم سقاية الحاج وعمارة المسجد الحرام كمن آمن بالله واليوم الآخر وجاهد في سبيل الله لا يستوون عند الله والله لا يهدي القوم الظالمين |
| | | Zouden jullie soms het te drinken geven aan de bedevaartgangers en het dienst doen in de heilige moskee gelijkstellen aan iemand die in God en de laatste dag gelooft en die zich inspant op Gods weg? Zij zijn bij God niet gelijk. God wijst de mensen die onrecht plegen de goede richting niet. |
|
1255 | 9 | 20 | الذين آمنوا وهاجروا وجاهدوا في سبيل الله بأموالهم وأنفسهم أعظم درجة عند الله وأولئك هم الفائزون |
| | | Zij die geloven en uitgeweken zijn en zich op Gods weg inspannen met hun bezittingen en hun eigen persoon zijn bij God hoger in rang; zij zijn het die triomferen. |
|
1256 | 9 | 21 | يبشرهم ربهم برحمة منه ورضوان وجنات لهم فيها نعيم مقيم |
| | | Hun Heer verkondigt hun het goede nieuws van barmhartigheid van Hem en welbehagen en tuinen waarin voor hen een blijvende gelukzaligheid is, |
|
1257 | 9 | 22 | خالدين فيها أبدا إن الله عنده أجر عظيم |
| | | waarin zij voor immer en altijd zullen blijven. Bij God is er een geweldig loon. |
|
1258 | 9 | 23 | يا أيها الذين آمنوا لا تتخذوا آباءكم وإخوانكم أولياء إن استحبوا الكفر على الإيمان ومن يتولهم منكم فأولئك هم الظالمون |
| | | Jullie die geloven! Neemt jullie vaders en broeders niet als medestanders als zij het ongeloof liever hebben dan het geloof. Wie van jullie hen als medestanders hebben, dat zijn de onrechtplegers. |
|
1259 | 9 | 24 | قل إن كان آباؤكم وأبناؤكم وإخوانكم وأزواجكم وعشيرتكم وأموال اقترفتموها وتجارة تخشون كسادها ومساكن ترضونها أحب إليكم من الله ورسوله وجهاد في سبيله فتربصوا حتى يأتي الله بأمره والله لا يهدي القوم الفاسقين |
| | | Zeg: "Als jullie vaders en jullie zonen en jullie broeders en jullie echtgenotes en jullie familie en de bezittingen die jullie je verworven hebben en koopwaar waarvan jullie onverkoopbaarheid vrezen en woonhuizen die jullie bevallen voor jullie dierbaarder zijn dan God en Zijn gezant en inspanning op Zijn weg, wacht dan maar af tot God met Zijn beschikking komt. God wijst de verdorven mensen de goede richting niet." |
|