نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
1243 | 9 | 8 | كيف وإن يظهروا عليكم لا يرقبوا فيكم إلا ولا ذمة يرضونكم بأفواههم وتأبى قلوبهم وأكثرهم فاسقون |
| | | Hoe kunnen zij een verbond met u hebben? Indien zij de overhand boven u hebben, zullen zij noch ontzag voor uwe bloedverwantschap, noch voor uw geloof hebben. Zij zullen u met hunne monden toestemmen, doch hunne harten zullen afkeerig van u wezen; want het grootste gedeelte hunner zijn snoodaards. |
|
1244 | 9 | 9 | اشتروا بآيات الله ثمنا قليلا فصدوا عن سبيله إنهم ساء ما كانوا يعملون |
| | | Zij verkoopen Gods teekenen voor een nietigen prijs en versperren zijn weg; voorzeker het is boos wat zij verrichten. |
|
1245 | 9 | 10 | لا يرقبون في مؤمن إلا ولا ذمة وأولئك هم المعتدون |
| | | Zij eerbiedigen bij de geloovigen noch bloedverwantschap noch geloof; en dat zijn de zondaren. |
|
1246 | 9 | 11 | فإن تابوا وأقاموا الصلاة وآتوا الزكاة فإخوانكم في الدين ونفصل الآيات لقوم يعلمون |
| | | Maar indien zij berouw betoonen, en de bepaalde tijden voor het gebed in acht nemen, en aalmoezen geven, zullen zij uwe broederen in den godsdienst zijn. Wij verklaren onze teekens duidelijk voor hen, die geneigd zijn te begrijpen. |
|
1247 | 9 | 12 | وإن نكثوا أيمانهم من بعد عهدهم وطعنوا في دينكم فقاتلوا أئمة الكفر إنهم لا أيمان لهم لعلهم ينتهون |
| | | Maar indien zij hunne eeden na het aangaan van hun verbond schenden, en uwen godsdienst aantasten, tast dan de aanvoerders der ongeloovigen aan (want bij hen bestaat geene trouw), opdat zij hunne verraderijen staken. |
|
1248 | 9 | 13 | ألا تقاتلون قوما نكثوا أيمانهم وهموا بإخراج الرسول وهم بدءوكم أول مرة أتخشونهم فالله أحق أن تخشوه إن كنتم مؤمنين |
| | | Wilt gij niet strijden tegen hen, die hunne eeden geschonden en samengezworen hebben, om Gods gezant te verjagen? Zij waren de zondaren. Zoudt gij hen vreezen? Het is rechtvaardiger, dat gij God vreest, indien gij ware geloovigen zijt. |
|
1249 | 9 | 14 | قاتلوهم يعذبهم الله بأيديكم ويخزهم وينصركم عليهم ويشف صدور قوم مؤمنين |
| | | Valt hen dus aan; God zal hen door uwe handen straffen; hij zal hen met schaamte bedekken, en zal u de overwinning op hen schenken; en hij zal de borst genezen van hen die gelooven. |
|
1250 | 9 | 15 | ويذهب غيظ قلوبهم ويتوب الله على من يشاء والله عليم حكيم |
| | | En hij zal de verontwaardiging uit hunne harten wegnemen; want hij zal zich wenden tot hen, die hem behagen. God is alwetend en wijs. |
|
1251 | 9 | 16 | أم حسبتم أن تتركوا ولما يعلم الله الذين جاهدوا منكم ولم يتخذوا من دون الله ولا رسوله ولا المؤمنين وليجة والله خبير بما تعملون |
| | | Verbeelddet gij u, dat gij verlaten zoudt worden, alsof God hen nog niet kende, die voor zijnen godsdienst streden, en naast God en zijn apostel niemand, maar de geloovigen tot hunne vrienden kozen? God is wel bekend met hetgeen gij doet. |
|
1252 | 9 | 17 | ما كان للمشركين أن يعمروا مساجد الله شاهدين على أنفسهم بالكفر أولئك حبطت أعمالهم وفي النار هم خالدون |
| | | En waarom zouden de ongeloovigen Gods tempelen bezoeken? daar zij zelven getuigen van hun ongeloof tegen hunne eigene zielen zijn. De werken dier menschen zijn ijdel, en zij zullen eeuwig in de hel verblijven. |
|