نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
1206 | 8 | 46 | وأطيعوا الله ورسوله ولا تنازعوا فتفشلوا وتذهب ريحكم واصبروا إن الله مع الصابرين |
| | | En gehoorzaamt Allah en Zijn Boodschapper en twist niet onderling, waardoor jullie ontmoedigd raken en jullie kracht verdwijnt. En weest geduldig: voorwaar, Allah is met de geduldigen. |
|
1207 | 8 | 47 | ولا تكونوا كالذين خرجوا من ديارهم بطرا ورئاء الناس ويصدون عن سبيل الله والله بما يعملون محيط |
| | | En weest niet zoals degenen die hun huizen verlieten, trots en vol ijdel vertoon voor de mensen, en die van het Pad van Allah afflielden. En Allah omvat (met Zijn kennis) wat zij doen. |
|
1208 | 8 | 48 | وإذ زين لهم الشيطان أعمالهم وقال لا غالب لكم اليوم من الناس وإني جار لكم فلما تراءت الفئتان نكص على عقبيه وقال إني بريء منكم إني أرى ما لا ترون إني أخاف الله والله شديد العقاب |
| | | En (gedenkt) toen de Satan hun daden voor hen schoonschijnend maakte, en zei: "Er is op deze dag geen mens die jullie kan verslaan: en voorwaar, Ik ben jullie naaste." Maar toen de twee legers elkaar zagen, draaide hij zich om op zijn hielen en zij: "Voorwaar, ik heb niets met jullie van doen. Voorwaar, ik zie wat jullie niet zien, voorwaar, ik vrees Allah." En Allah is hard in de bestraffing. |
|
1209 | 8 | 49 | إذ يقول المنافقون والذين في قلوبهم مرض غر هؤلاء دينهم ومن يتوكل على الله فإن الله عزيز حكيم |
| | | Toen de huichelaars en degenen in wiens harten een ziekte is, (tegen de gelovigen) zeiden: "Hun godsdienst heeft ben misleid." Maar (voor) wie Allah vertrouwt (is Allah hun Helper). Voorwaar, Allah is Almachtig, Aiwijs. |
|
1210 | 8 | 50 | ولو ترى إذ يتوفى الذين كفروا الملائكة يضربون وجوههم وأدبارهم وذوقوا عذاب الحريق |
| | | En als jij (het) zou kunnen zien, wanneer de Engelen (de zielen van) degenen die ongelovig zijn wegnemen, (en hoe) zij hun gezichten en hun ruggen slaan (en zeggen:) "Proeft de bestraffing van het branden!" (Dan zie je zeker een geweldige zaak.) |
|
1211 | 8 | 51 | ذلك بما قدمت أيديكم وأن الله ليس بظلام للعبيد |
| | | Dat is, vanwege wat hun handen hebben voortgebracht, en waarlijk, Allah is geen onrechtvaardige voor de dienaar. |
|
1212 | 8 | 52 | كدأب آل فرعون والذين من قبلهم كفروا بآيات الله فأخذهم الله بذنوبهم إن الله قوي شديد العقاب |
| | | Zoals Fir'aun en zijn volgelingen cm degenen vóór hen gewoon waren: zij waren ongelovig aan de Tekenen van Allah, waarop Allah hen greep wegens hun zonden. Voorwaar, Allah is sterk, hard in de bestraffing. |
|
1213 | 8 | 53 | ذلك بأن الله لم يك مغيرا نعمة أنعمها على قوم حتى يغيروا ما بأنفسهم وأن الله سميع عليم |
| | | Dat is omdat Allah nimmer een genieting die Hij aan een volk heeft geschonken verandert (in een bestraffing), tenzij zij veranderen wat zich bij hen bevindt: en voorwaar, Allah is Alhorend, Alwetend. |
|
1214 | 8 | 54 | كدأب آل فرعون والذين من قبلهم كذبوا بآيات ربهم فأهلكناهم بذنوبهم وأغرقنا آل فرعون وكل كانوا ظالمين |
| | | Zoals Fir'aun en zijn volgelingen en degenen vóór hen; zij loochhenden de Tekenen van hun Heer, waarna Wij hen vernietigden wegens hun zonden. En Wij verdronken Fir'aun en zijn volgelingen en zij allen waren onrechtplegers. |
|
1215 | 8 | 55 | إن شر الدواب عند الله الذين كفروا فهم لا يؤمنون |
| | | Voorwaar, de slechtste schepselen bij Allah zijn degenen die ongelovig zijn, omdat zij niet geloven. |
|