نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
1194 | 8 | 34 | وما لهم ألا يعذبهم الله وهم يصدون عن المسجد الحرام وما كانوا أولياءه إن أولياؤه إلا المتقون ولكن أكثرهم لا يعلمون |
| | | Maar waarom zou God hen niet bestraffen als zij de weg naar de heilige moskee versperren en er niet de beschermers van zijn. De beschermers ervan zijn slechts de gelovigen, maar de meesten van hen weten het niet. |
|
1195 | 8 | 35 | وما كان صلاتهم عند البيت إلا مكاء وتصدية فذوقوا العذاب بما كنتم تكفرون |
| | | Hun salaat bij het huis is slechts gefluit en handgeklap. Proeft dan de bestraffing ervoor dat jullie ongelovig waren. |
|
1196 | 8 | 36 | إن الذين كفروا ينفقون أموالهم ليصدوا عن سبيل الله فسينفقونها ثم تكون عليهم حسرة ثم يغلبون والذين كفروا إلى جهنم يحشرون |
| | | Zij die ongelovig zijn dragen hun bezittingen bij om Gods weg te versperren. Zij zullen ze als bijdragen geven en dat zal voor hen een [reden tot] wroeging worden. Dan zullen zij overwonnen worden en zij die ongelovig zijn zullen in de hel verzameld worden, |
|
1197 | 8 | 37 | ليميز الله الخبيث من الطيب ويجعل الخبيث بعضه على بعض فيركمه جميعا فيجعله في جهنم أولئك هم الخاسرون |
| | | opdat God de slechten van de goeden onderscheidt en de slechten op elkaar zet en opstapelt en in de hel zet. Dat zijn de verliezers. |
|
1198 | 8 | 38 | قل للذين كفروا إن ينتهوا يغفر لهم ما قد سلف وإن يعودوا فقد مضت سنت الأولين |
| | | Spreekt tot hen die ongelovig zijn. Als zij ophouden, dan zal hun wat zij eerder deden vergeven worden, maar als zij het weer doen -- de gebruikelijke behandeling van hen die er eertijds waren is al eerder toegepast. |
|
1199 | 8 | 39 | وقاتلوهم حتى لا تكون فتنة ويكون الدين كله لله فإن انتهوا فإن الله بما يعملون بصير |
| | | Strijdt tegen hen tot er geen verzoeking meer is en de gehele godsdienst alleen God toebehoort. En als zij dan ophouden doorziet God wel wat zij doen. |
|
1200 | 8 | 40 | وإن تولوا فاعلموا أن الله مولاكم نعم المولى ونعم النصير |
| | | En als zij zich afkeren, weet dan dat God jullie beschermheer is; een voortreffelijke beschermheer en een voortreffelijke helper! |
|
1201 | 8 | 41 | واعلموا أنما غنمتم من شيء فأن لله خمسه وللرسول ولذي القربى واليتامى والمساكين وابن السبيل إن كنتم آمنتم بالله وما أنزلنا على عبدنا يوم الفرقان يوم التقى الجمعان والله على كل شيء قدير |
| | | En weet, dat wanneer jullie iets buitmaken, dat dan aan God een vijfde deel toebehoort en aan de gezant, de verwanten, de wezen, de behoeftigen en hij die onderweg is, als jullie geloven in God en wat Wij tot Onze dienaar hebben neergezonden op de dag van het reddend onderscheidingsmiddel, de dag dat de beide troepenmachten tot een treffen kwamen; God is almachtig. |
|
1202 | 8 | 42 | إذ أنتم بالعدوة الدنيا وهم بالعدوة القصوى والركب أسفل منكم ولو تواعدتم لاختلفتم في الميعاد ولكن ليقضي الله أمرا كان مفعولا ليهلك من هلك عن بينة ويحيى من حي عن بينة وإن الله لسميع عليم |
| | | Toen jullie op de dichtbijgelegen helling waren en zij op de verafgelegen helling en de ruiterij beneden jullie was! Als jullie het met elkaar afgesproken hadden, dan waren jullie de afspraak zeker niet nagekomen. Maar het gebeurde opdat God een beschikking zou treffen die volvoerd moest worden en opdat zij die zijn omgekomen zouden omkomen op grond van een duidelijk bewijs en opdat zij die in leven bleven in leven zouden blijven op grond van een duidelijk bewijs. God is echt horend en wetend. |
|
1203 | 8 | 43 | إذ يريكهم الله في منامك قليلا ولو أراكهم كثيرا لفشلتم ولتنازعتم في الأمر ولكن الله سلم إنه عليم بذات الصدور |
| | | Toen God hen in jouw slaap weinig liet lijken! Als Hij hen talrijk had laten lijken, dan hadden jullie het opgegeven en met elkaar erover getwist, maar God heeft [jullie] bewaard. Hij weet wat er binnen in de harten is. |
|