نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
1186 | 8 | 26 | واذكروا إذ أنتم قليل مستضعفون في الأرض تخافون أن يتخطفكم الناس فآواكم وأيدكم بنصره ورزقكم من الطيبات لعلكم تشكرون |
| | | En gedenkt toen jullie met weinigen waren en jullie onderdukt werden in het land. Jullie vreesden dat de mensen jullie zouden ontvoeren. Toen gaf Hij jullie een toevluchtsoord (de stad Medinah) en versterkte Hij jullie met Zijn hulp. En Hij voorzag jullie van de goede dingen. Hopelijk zullen jullie dankbaar zijn. |
|
1187 | 8 | 27 | يا أيها الذين آمنوا لا تخونوا الله والرسول وتخونوا أماناتكم وأنتم تعلمون |
| | | O jullie die geloven, pleegt geen verraad tegenover Allah en de Boodschapper en pleegt geen verraad tegenover het jullie toevertrouwde, terwijl jullie het weten. |
|
1188 | 8 | 28 | واعلموا أنما أموالكم وأولادكم فتنة وأن الله عنده أجر عظيم |
| | | En weet dat jullie bezittingen en jullie kinderen slechts een beproeving zijn en dat er bij Allah een geweldige beloning is. |
|
1189 | 8 | 29 | يا أيها الذين آمنوا إن تتقوا الله يجعل لكم فرقانا ويكفر عنكم سيئاتكم ويغفر لكم والله ذو الفضل العظيم |
| | | O jullie die geloven, als jullie Allah vrezen, zal Hij jullie een onderscheidingsvermogen geven en jullie slechte daden uitwissen en jullie vergeven. En Allah is de Bezitter van de Geweldige Gunst. |
|
1190 | 8 | 30 | وإذ يمكر بك الذين كفروا ليثبتوك أو يقتلوك أو يخرجوك ويمكرون ويمكر الله والله خير الماكرين |
| | | En (gedenk) toen degenen die ongelovig waren, een list tegen jou beraamden om jou vast te binden of jou te doden of jou te verdrijven. En zij beraamden een list en Allah maakte een plam. En Allah is de Beste der Beramers. |
|
1191 | 8 | 31 | وإذا تتلى عليهم آياتنا قالوا قد سمعنا لو نشاء لقلنا مثل هذا إن هذا إلا أساطير الأولين |
| | | En wanneer Onze Verzen aan ben worden voorgedragen, dan zeggen zij: "Wij hebben (iets dergelijks al eerder) gehoord, en als wij willen dan zullen wij zeker zoiets zeggen. Dit is niets dan een fabel van de voorafgaanden." |
|
1192 | 8 | 32 | وإذ قالوا اللهم إن كان هذا هو الحق من عندك فأمطر علينا حجارة من السماء أو ائتنا بعذاب أليم |
| | | En (gedenkt) toen zij zeiden: "O Allah, als dit (de Koran) de Waarheid is, van U afkomstig, doe dan stenen op ons neer regenen uit de hemel. Of geef ons een pijnlijke bestraffing." |
|
1193 | 8 | 33 | وما كان الله ليعذبهم وأنت فيهم وما كان الله معذبهم وهم يستغفرون |
| | | Maar Allah zal hen nooit bestraffen terwijl jij (Moehammad) je onder hen bevindt, en Allah zal hen nooit bestraffen terwijl zij om vergeving vragen. |
|
1194 | 8 | 34 | وما لهم ألا يعذبهم الله وهم يصدون عن المسجد الحرام وما كانوا أولياءه إن أولياؤه إلا المتقون ولكن أكثرهم لا يعلمون |
| | | En welk argument hebben zij, dat Allah hen niet zal bestraffen terwijl zij (de mensen) weghouden van de Masdjid al Harâm (de Gewijde Moskee te Mekkah) en zij niet de beheerders ervan zijn. De (rechtmatige) beheerders ervan zijn slechts de Moettaqôen, maar de meesten van hen weten het niet. |
|
1195 | 8 | 35 | وما كان صلاتهم عند البيت إلا مكاء وتصدية فذوقوا العذاب بما كنتم تكفرون |
| | | En hun sheidt bij het Huis van Allah (de Ka'bah) was niets dan gefluit en handgeklap. Proeft dan de bestraffing wegens dat waaraan jullie ongelovig plachten te zijn. |
|