نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
1177 | 8 | 17 | فلم تقتلوهم ولكن الله قتلهم وما رميت إذ رميت ولكن الله رمى وليبلي المؤمنين منه بلاء حسنا إن الله سميع عليم |
| | | En gij dooddet hen niet, welke te Bedr werden verslagen; maar God doodde hen. Gij slingerdet niets, o Mahomet! ofschoon gij scheent het te slingeren, maar God doet het om de geloovigen door eene schoone proef te beproeven; want God begrijpt en weet alles. |
|
1178 | 8 | 18 | ذلكم وأن الله موهن كيد الكافرين |
| | | Dit geschiedde opdat God de listen der ongeloovigen mocht verijdelen. |
|
1179 | 8 | 19 | إن تستفتحوا فقد جاءكم الفتح وإن تنتهوا فهو خير لكم وإن تعودوا نعد ولن تغني عنكم فئتكم شيئا ولو كثرت وأن الله مع المؤمنين |
| | | Gij hebt de overwinning verlangd, o ongeloovigen! en de overwinning heeft zich tegen u gekeerd. Indien gij de eersten zijt, die ophoudt den gezant te bestrijden, zal u dat voordeeliger zijn. Maar indien gij terugkeert om hem aan te vallen, zullen wij mede terugkeeren om hem te ondersteunen, en uwe krachten zullen u volstrekt van geen voordeel wezen, alhoewel die ook talrijk mochten zijn; want God is met de geloovigen. |
|
1180 | 8 | 20 | يا أيها الذين آمنوا أطيعوا الله ورسوله ولا تولوا عنه وأنتم تسمعون |
| | | O ware geloovigen! gehoorzaamt God en zijn gezant, en wendt u niet van hem af, nu gij de waarschuwingen van den Koran hoort. |
|
1181 | 8 | 21 | ولا تكونوا كالذين قالوا سمعنا وهم لا يسمعون |
| | | En weest niet als zij die zeggen: Wij hooren, als zij niet hooren. |
|
1182 | 8 | 22 | إن شر الدواب عند الله الصم البكم الذين لا يعقلون |
| | | Waarlijk, de slechtsten van de dieren der aarde tegenover God, zijn de dooven en de stommen, die niet begrijpen. |
|
1183 | 8 | 23 | ولو علم الله فيهم خيرا لأسمعهم ولو أسمعهم لتولوا وهم معرضون |
| | | Indien God slechts iets goeds in hen had ontdekt, zou hij hun zekerlijk hebben doen hooren; maar indien hij hen had doen hooren, zouden zij zich gewis afgewend en zich ver verwijderd hebben. |
|
1184 | 8 | 24 | يا أيها الذين آمنوا استجيبوا لله وللرسول إذا دعاكم لما يحييكم واعلموا أن الله يحول بين المرء وقلبه وأنه إليه تحشرون |
| | | O ware geloovigen! antwoordt God en zijn apostel, indien hij u het leven geeft; en weet dat God zich tusschen den mensch en zijn hart plaatst, en dat gij voor hem zult verzameld worden. |
|
1185 | 8 | 25 | واتقوا فتنة لا تصيبن الذين ظلموا منكم خاصة واعلموا أن الله شديد العقاب |
| | | Hoedt u voor de verzoeking; zij zal niet hen in het bijzonder treffen, die goddeloos onder u zijn, maar u allen in het algemeen; en weet, dat God gestreng in het straffen is. |
|
1186 | 8 | 26 | واذكروا إذ أنتم قليل مستضعفون في الأرض تخافون أن يتخطفكم الناس فآواكم وأيدكم بنصره ورزقكم من الطيبات لعلكم تشكرون |
| | | En gedenkt, dat, toen gij zwak en in kleinen getale in het land waart, gij vreesdet door uwe vijanden verdelgd te worden; maar God gaf u een toevluchtsoord, en hij ondersteunde u met zijne hulp, en beschonk u met goede dingen, opdat gij dankbaar zoudt zijn. |
|