نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
1145 | 7 | 191 | أيشركون ما لا يخلق شيئا وهم يخلقون |
| | | Voegen zij dan [aan God] iets als metgezellen toe wat niets schept, maar die zelf geschapen zijn? |
|
1146 | 7 | 192 | ولا يستطيعون لهم نصرا ولا أنفسهم ينصرون |
| | | Die zijn niet in staat hen te helpen, noch kunnen zij zichzelf helpen. |
|
1147 | 7 | 193 | وإن تدعوهم إلى الهدى لا يتبعوكم سواء عليكم أدعوتموهم أم أنتم صامتون |
| | | En als jullie hen tot de leidraad oproepen dan volgen zij jullie niet. Het maakt voor jullie niet uit of jullie hen oproepen of dat jullie zwijgen. |
|
1148 | 7 | 194 | إن الذين تدعون من دون الله عباد أمثالكم فادعوهم فليستجيبوا لكم إن كنتم صادقين |
| | | Zij, die jullie in plaats van God aanroepen, zijn dienaren net als jullie. Roept hen dan aan en laten zij jullie gehoor geven, als jullie gelijk hebben. |
|
1149 | 7 | 195 | ألهم أرجل يمشون بها أم لهم أيد يبطشون بها أم لهم أعين يبصرون بها أم لهم آذان يسمعون بها قل ادعوا شركاءكم ثم كيدون فلا تنظرون |
| | | Hebben zij dan voeten waarmee zij lopen of hebben zij handen waarmee zij vastgrijpen of hebben zij ogen waarmee zij zien of hebben zij oren waarmee zij horen? Zeg: "Roept jullie [zogenaamd goddelijke] metgezellen aan, beraamt dan listen tegen mij en laat mij dan niet wachten. |
|
1150 | 7 | 196 | إن وليي الله الذي نزل الكتاب وهو يتولى الصالحين |
| | | Mijn beschermer is God die het boek heeft neergezonden en Hij verleent de rechtschapenen bijstand. |
|
1151 | 7 | 197 | والذين تدعون من دونه لا يستطيعون نصركم ولا أنفسهم ينصرون |
| | | En zij die jullie in plaats van Hem aanroepen zijn niet in staat jullie te helpen, noch kunnen zij zichzelf helpen. |
|
1152 | 7 | 198 | وإن تدعوهم إلى الهدى لا يسمعوا وتراهم ينظرون إليك وهم لا يبصرون |
| | | En als jullie hen tot de leidraad oproepen dan horen zij niet en jullie zien hen naar jullie kijken, maar zij zien niet." |
|
1153 | 7 | 199 | خذ العفو وأمر بالعرف وأعرض عن الجاهلين |
| | | Neem wat gemakkelijk gegeven kan worden, beveel het behoorlijke en wend je af van de dommen. |
|
1154 | 7 | 200 | وإما ينزغنك من الشيطان نزغ فاستعذ بالله إنه سميع عليم |
| | | En als jij door de satan wordt opgehitst, vraag dan God om bescherming; Hij is horend en wetend. |
|