نتائج البحث: 6236
|
ترتيب الآية | رقم السورة | رقم الآية | الاية |
1142 | 7 | 188 | قل لا أملك لنفسي نفعا ولا ضرا إلا ما شاء الله ولو كنت أعلم الغيب لاستكثرت من الخير وما مسني السوء إن أنا إلا نذير وبشير لقوم يؤمنون |
| | | Zeg: "Ik heb geen inacht om voor mijzelf iets van nut te verwerven of schade af te wenden, behalve wat Allah wil. En als ik het onwaarneembare kende, dan zou ik het goede vermeerderd hebben en zou het kwade mij niet hebben getroffen. Ik ben niets dan een waarschuwer en een verkondiger van verheugende tijdingen voor een gelovig volk. |
|
1143 | 7 | 189 | هو الذي خلقكم من نفس واحدة وجعل منها زوجها ليسكن إليها فلما تغشاها حملت حملا خفيفا فمرت به فلما أثقلت دعوا الله ربهما لئن آتيتنا صالحا لنكونن من الشاكرين |
| | | Hij is Degene Die jullie heeft geschapen uit één enkele ziel en Hij maakte daaruit zijn echtgenote, opdat bij bij haar rust zou vinden. En nadat hij bij haar gelegen had, droeg zij een lichte last waar zij toen met voortging. En toen zij zwaar werd, riepen zij Allah, hun Heer aan: "Als U ons een rechtschapene schenkt, dan zullen wij tot de dankbaren horen." |
|
1144 | 7 | 190 | فلما آتاهما صالحا جعلا له شركاء فيما آتاهما فتعالى الله عما يشركون |
| | | Maar toen Hij hen een rechtschapene had geschonken, kenden zij naast Hem deelgenoten toe in wat Hij hun had geschonken. Verheven is dan Allah boven de deelgenoten die zij (aan Allah) toekennen. |
|
1145 | 7 | 191 | أيشركون ما لا يخلق شيئا وهم يخلقون |
| | | Maken zij (beelden tot) deelgenoten die niets (kunnen) scheppen en die (zelf) geschapen zijn? |
|
1146 | 7 | 192 | ولا يستطيعون لهم نصرا ولا أنفسهم ينصرون |
| | | En die hen niet kunnen helpen en die zichzelf niet (kunnen) helpen? |
|
1147 | 7 | 193 | وإن تدعوهم إلى الهدى لا يتبعوكم سواء عليكم أدعوتموهم أم أنتم صامتون |
| | | En als jullie hen aanroepen om leiding (te verkrijgen), dan verhoren zij jullie niet. Het is voor jullie hetzelfde, of jullie hen aanroepen of dat jullie zwijgen. |
|
1148 | 7 | 194 | إن الذين تدعون من دون الله عباد أمثالكم فادعوهم فليستجيبوا لكم إن كنتم صادقين |
| | | Voorwaar, degenen die jullie buiten Allah aanroepen zijn schepselen zoals jullie zelf. Roept hen dan aan en laten zij jullie dan verhoren, als jullie waarachtigen zijn. |
|
1149 | 7 | 195 | ألهم أرجل يمشون بها أم لهم أيد يبطشون بها أم لهم أعين يبصرون بها أم لهم آذان يسمعون بها قل ادعوا شركاءكم ثم كيدون فلا تنظرون |
| | | Hebben zij voeten waarmee zij lopen? Of hebben zij handen waarmee zij grijpen? Of hebben zij ogen waarmee zij zien? Of hebben zij oren waarmee zij horen? Zeg: "Roept jullie afgoden aan en laat hen een list tegen mij uitvoeren, en geeft mij geen uitstel. |
|
1150 | 7 | 196 | إن وليي الله الذي نزل الكتاب وهو يتولى الصالحين |
| | | Voorwaar, mijn Beschermer is Allah, Die het Boek heeft neergezonden, en Hij beschermt de oprechten. |
|
1151 | 7 | 197 | والذين تدعون من دونه لا يستطيعون نصركم ولا أنفسهم ينصرون |
| | | En zij (de afgoden) die zij buiten Hem aanroepen, zijn niet in staat jullie te helpen, noch (kunnen) zij zichzelf helpen." |
|