بسم الله الرحمن الرحيم

نتائج البحث: 6236
ترتيب الآيةرقم السورةرقم الآيةالاية
10977143ولما جاء موسى لميقاتنا وكلمه ربه قال رب أرني أنظر إليك قال لن تراني ولكن انظر إلى الجبل فإن استقر مكانه فسوف تراني فلما تجلى ربه للجبل جعله دكا وخر موسى صعقا فلما أفاق قال سبحانك تبت إليك وأنا أول المؤمنين
En toen Môesa op de met Ons afgesproken tijd was gekomen en zijn Heer tot hem had gesproken, zei hij: "Mijn Heer, Toon U aan mij." Hij zei: "Jij zult Mij nimmer (kunnen) zien, maar kijk naar de berg, als deze op zijn plaats blijft, dan zul je Mij zien." En toen zijn Heer zich aan de berg zichtbaar maakte, maakte Hij deze tot pulver, en Môesa viel bewusteloos ter aarde. En toen hij weer bij bewustzijn was gekomen, zei hij: "Heilig bent U, ik wend mij berouwvol tot U en ik ben de eerste van de gelovigen."
10987144قال يا موسى إني اصطفيتك على الناس برسالاتي وبكلامي فخذ ما آتيتك وكن من الشاكرين
Hij (Allah) zei: "O Môesa. voorwaar, Ik heb jou uitverkoren beven de (andere) mensen, door middel van Mijn Boodschap aan jou en Mijn ij Woord. Neem dan wat Ik aan jou heb gegeven (de Taurát) en behoor tot de Dankbaren."
10997145وكتبنا له في الألواح من كل شيء موعظة وتفصيلا لكل شيء فخذها بقوة وأمر قومك يأخذوا بأحسنها سأريكم دار الفاسقين
En Wij schreven hem voor in de Tafelen over alle zaken, als een vermaning en als een uiteenzetting over alle zaken (en Wij zeiden:) "Grijpt dit stevig vast en beveel jouw volk dat zij zich er op de beste manier aan houden, Ik zal jullie de woonplaatsen van de zwaar zondigen tonen."
11007146سأصرف عن آياتي الذين يتكبرون في الأرض بغير الحق وإن يروا كل آية لا يؤمنوا بها وإن يروا سبيل الرشد لا يتخذوه سبيلا وإن يروا سبيل الغي يتخذوه سبيلا ذلك بأنهم كذبوا بآياتنا وكانوا عنها غافلين
Ik zal degenen die zich onterecht hoogmoedig op aarde gedragen van Mijn Tekeeien afwenden. En al zagen zij ieder Teken, dan nog zouden zij er niet in geloven, en al zagen zij het juiste Pad, dan zouden zij het niet als hun (pad) nemen. Maar als zij het pad van de dwaling zien, dan nemen zij het als (hun) pad. Dat is omdat zij Onze Tekenen loochenden en er geen acht op plachten te slaan.
11017147والذين كذبوا بآياتنا ولقاء الآخرة حبطت أعمالهم هل يجزون إلا ما كانوا يعملون
En degenen die Onze Tekenen en de ontmoeting in het Hiernamaals loochenden: hun werken zijn vructhteloos. Zij worden niet vergolden, behalve voor wat zij plachten te doen.
11027148واتخذ قوم موسى من بعده من حليهم عجلا جسدا له خوار ألم يروا أنه لا يكلمهم ولا يهديهم سبيلا اتخذوه وكانوا ظالمين
En het volk van Môesa maakte, na zijn vertrek (naar de berg Thôer). van hun (gouden) sieraden (een afgodsbeeld met) het lichaam van een kalf dat een loeiend geluid maakte. Beseften zij niet dat het in werkelijkheid niet tot hen kon spreken en hen geen weg kon wijzen? Zij namen het (ter aanbidding) en zij waren onrechtplegers.
11037149ولما سقط في أيديهم ورأوا أنهم قد ضلوا قالوا لئن لم يرحمنا ربنا ويغفر لنا لنكونن من الخاسرين
En toen spijt hen van voor en van achter overviel, en zij zagen dat zij waarlijk gedwaald hadden, zeiden zij: "Als onze Heer ons niet begenadigt en ons niet vergeeft, dan zullen wij zeker tot de verliezers behoren."
11047150ولما رجع موسى إلى قومه غضبان أسفا قال بئسما خلفتموني من بعدي أعجلتم أمر ربكم وألقى الألواح وأخذ برأس أخيه يجره إليه قال ابن أم إن القوم استضعفوني وكادوا يقتلونني فلا تشمت بي الأعداء ولا تجعلني مع القوم الظالمين
En toen Môesa tot zijn volk terugkeerde, boos en bedroefd, zei hij: "Slecht is wat jullie in mijn plaat tijdens mijn afwezigheid hebben gedaan, wilden jullie het bevel (tot bestraffing) van jullie Heer verhaasten?" En bij zette de Tafelen haastig neer en bij greep zijin broeder bij zijn baard en trok hem naar zich toe. Hij (Hârôen) zei: "Zoon van mijn moeder, voorwaar, het volk heeft mij overweldigd en bijna hadden zij mij gedood. Laat de vijanden geen leedvermaak over mij hebben en stel mij niet gelijk aan het volk van onrechtplegers."
11057151قال رب اغفر لي ولأخي وأدخلنا في رحمتك وأنت أرحم الراحمين
Hij (Môesa) zei: "Mijn Heer, vergeef mij en mijn broeder en doe ons Uw Barmhartigheid binnengaan. En U bent de Barmhartigste der Erbarmers."
11067152إن الذين اتخذوا العجل سينالهم غضب من ربهم وذلة في الحياة الدنيا وكذلك نجزي المفترين
Voorwaar, degenen die het kalf (tot hun god) hebben genomen: de toorn van hun Heer zal hen treffen, alsmede vernedering in het wereldse leven. En zo vergelden Wij degenen die leugens verzinnen.


0 ... 99.6 100.6 101.6 102.6 103.6 104.6 105.6 106.6 107.6 108.6 110.6 111.6 112.6 113.6 114.6 115.6 116.6 117.6 118.6 ... 623

إنتاج هذه المادة أخد: 0.02 ثانية


المغرب.كووم © ٢٠٠٩ - ١٤٣٠ © الحـمـد لله الـذي سـخـر لـنا هـذا :: وقف لله تعالى وصدقة جارية

4056274427234122708337531594235113014